De kracht van de basisarts: wat we kunnen leren van artsen die niet specialiseren

De kracht van de basisarts: wat we kunnen leren van artsen die niet specialiseren

Door Frank Willem de Jongh

In een tijd waarin het grootste deel van de geneeskundestudenten droomt van een specialisatie en de opleidingsplekken schaars zijn, is er een groeiende groep artsen die een andere route kiest. Zij blijven langer dan gebruikelijk in de fase van ‘basisarts’ – soms vijf jaar, soms langer. Vaak onbedoeld, soms bewust. En juist deze groep wordt zelden zichtbaar gemaakt, terwijl ze ons veel kunnen leren over leiderschap, brede competenties en alternatieve paden in de zorg.

Maar wie zijn deze artsen precies? En waarom zouden we als sector – en samenleving – beter moeten luisteren naar hun verhaal?

Een tussenfase of een bewuste keuze?

De term ‘basisarts’ suggereert iets voorlopigs. Een beginstadium. Een opstapje richting het échte werk. In de praktijk blijkt dat beeld steeds minder passend.

Volgens het Capaciteitsplan 2024–2027 van het Capaciteitsorgaan waren er in Nederland in 2022 ongeveer 26.000 basisartsen. Daarvan was ongeveer 60% niet in opleiding tot medisch specialist, wat neerkomt op ruim 15.500 artsen.

Van deze groep wordt een groot deel aangeduid als het ‘opleidingsreservoir’: artsen die wel degelijk een vervolgopleiding ambiëren, maar daar nog niet aan zijn begonnen. De gemiddelde wachttijd tot start van een opleiding is opgelopen tot 3,5 jaar na het behalen van het artsexamen. Die wachttijd wordt deels verklaard door schaarste aan opleidingsplekken, maar ook door bewuste oriëntatie, persoonlijke omstandigheden of alternatieve loopbaanambities.

Toch blijven deze artsen vrijwel allemaal actief binnen de zorg. Volgens de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) werkt 99% van de basisartsen binnen de gezondheidszorg. Hun werkervaring is divers: ze draaien mee als ANIOS, werken als profielarts (jeugdarts, forensisch arts, verzekeringsarts), zijn promovendus, beleidsadviseur, of betrokken bij digitale zorginnovatie.

Vijf lessen van de basisarts die buiten de lijnen kleurt

Wat kunnen we leren van deze groep artsen? Vijf inzichten springen eruit:

1. Breedte als kracht

Een basisarts die jarenlang in verschillende settings heeft gewerkt – van de SEH tot verpleeghuis – ontwikkelt een helikopterview die menig specialist mist. Zij overzien het hele zorgpad, begrijpen de context van verwijzers en schakelen makkelijk tussen disciplines. In een tijd waarin integrale zorg en domeinoverstijgende samenwerking cruciaal zijn, is dat van onschatbare waarde.

2. Leiderschap zonder titel

In veel teams neemt de ervaren basisarts ongemerkt een leidinggevende rol op zich. Niet op basis van formele macht, maar vanuit inhoudelijke rust, overzicht en samenwerking. Ze coachen jongere collega’s, ondersteunen verpleegkundigen en bewaken processen. Zonder opleidingstitel, maar mét gezag.

3. Communicatie als kernvaardigheid

Wie geen formele status heeft, leert zich vaak sterker te profileren via communicatie. Veel niet-gespecialiseerde artsen blinken uit in duidelijke overdrachten, verbindend overleg met patiënten én collega’s, en het kunnen uitleggen van complexe materie in begrijpelijke taal. Essentiële skills, zeker in de ouderenzorg en eerste lijn.

4. Reflectievermogen en zelfkennis

Basisartsen die afwijken van de standaardroute, door keuze of omstandigheden, worden vaak gedwongen tot zelfreflectie. Ze stellen vragen als: “Wat wil ik eigenlijk bijdragen aan de zorg?” of “Waar voel ik mij op mijn plek?” Die vragen leiden niet zelden tot meer volwassen keuzes, intrinsieke motivatie en duurzame inzetbaarheid.

5. Vernieuwing van binnenuit

Juist omdat deze artsen buiten de klassieke opleidingstrajecten vallen, zijn ze minder gebonden aan bestaande hiërarchiën. Ze voelen ruimte om te experimenteren, te innoveren of zorg te organiseren op een manier die wél aansluit bij de praktijk. Denk aan artsen die AI-oplossingen helpen implementeren, of protocollen helpen vereenvoudigen in de ouderenzorg.

Systemische blinde vlek

Ondanks deze kwaliteiten wordt deze groep vaak niet serieus genomen. Velen krijgen te maken met opmerkingen als:

*”Wanneer begin jij nou eens met je opleiding?”

Of erger:

*”Wat zonde dat je ‘alleen maar’ basisarts bent gebleven.”

Deze houding onthult een dieper liggend probleem: we zijn als sector zo sterk gericht op het ‘opleiden tot specialist’, dat we vergeten dat het systeem ook artsen nodig heeft die kunnen bewegen, verbinden en overzien.

Sterker nog: het huidige systeem functioneert voor een groot deel dankzij deze groep. ANIOS’en draaien hele ziekenhuisafdelingen, basisartsen in de ouderenzorg houden instellingen overeind. Ze zijn essentieel. Maar structureel ondergewaardeerd.

Instroom en mismatch

Deze problematiek raakt ook de opleidingscapaciteit. Het Capaciteitsorgaan adviseert vanaf 2024 een jaarlijkse instroom van 1.221 artsen in medische vervolgopleidingen om tegen 2040 een evenwichtige balans tussen vraag en aanbod te bereiken. Tegelijkertijd is de numerus fixus voor de geneeskundeopleiding in 2024 vastgesteld op 2.850 studenten per jaar (inclusief 150 zij-instromers).

Daarmee is structureel sprake van een overaanbod aan afgestudeerde basisartsen ten opzichte van beschikbare opleidingsplekken. Tenzij we actief nieuwe loopbaanroutes ontwerpen, dreigt frustratie, uitval of uitstroom naar sectoren buiten de zorg.

Nieuwe paden vragen om nieuw denken

Willen we de zorg toekomstbestendig maken, dan moeten we fundamenteel anders leren kijken naar de rol van basisartsen:

  • Niet als tijdelijke krachten, maar als professionals met unieke competenties

  • Niet als ‘mislukte specialisten’, maar als zorgvernieuwers, leiders en verbinders

  • Niet als standaardoutput van het onderwijssysteem, maar als waardevolle schakels in een complex ecosysteem

Dat vraagt ook iets van werkgevers, opleiders en beleidsmakers. Zorg dat basisartsen ontwikkelkansen krijgen, reflectieruimte, coaching. Investeer in loopbaanpaden buiten het klassieke specialisme. En bovenal: erken de waarde van deze groep.

Oproep aan de basisarts

Ben jij een basisarts die langer dan gemiddeld op pad is zonder opleidingstitel? Of heb je bewust gekozen voor een route buiten de opleiding? Dan ben jij niet de uitzondering – jij bént de toekomst.

De toekomst van een zorgsector die meer vraagt dan specialisatie. Die behoefte heeft aan generalisten, bruggenbouwers, leiders zonder witte jas met strepen. Aan mensen die snappen wat er écht nodig is op de werkvloer – en durven te kiezen voor hun eigen pad.

Tot slot

De term ‘basisarts’ mag dan suggereren dat je aan het begin staat – in werkelijkheid dragen juist deze artsen bij aan de verbreding, verdieping en toekomst van de zorg. Tijd om dat hardop te erkennen.

Laten we stoppen met meten in titels en gaan kijken naar wat iemand werkelijk bijdraagt. Want soms is de arts zonder specialisatie precies degene die het verschil maakt.

Wil je meedenken over hoe we deze groep sterker kunnen positioneren in het zorglandschap? Of heb je zelf ervaring als basisarts buiten de gebaande paden? Neem contact op – ik ga graag in gesprek.

info@mediozorg.nl

→ https://calendly.com/frank-mediozorg/kennismaking-frank-medio-zorg 

LinkedIn – Frank Willem de Jongh

 

Wil jij kijken naar het transparante vacatureaanbod van onze klanten, bezoek dan www.mediozorgvacatures.nl

LEES MEER

ANDERE ARTIKELEN