Waarom preventieve gezondheid het nieuwe fundament van de zorg mag zijn

Waarom preventieve gezondheid het nieuwe fundament van de zorg mag zijn

We zitten op een keerpunt. De traditionele gezondheidszorg, gebaseerd op reactieve zorg, wachttijden en symptoombestrijding – loopt vast. Tegelijkertijd explodeert het aantal mensen met chronische klachten, mentale problemen en burn-outs. Wat we nodig hebben? Een systeemshift van ziektezorg naar gezondheidsbevordering. Preventie is geen luxe. Het is noodzaak.

Als arts leer je al vroeg hoe je ziekte moet diagnosticeren. Je leert wat te doen als het lichaam crasht – als het hart stilvalt, als de glucose door het dak schiet, als kanker zich manifesteert. Wat je nauwelijks leert, is hoe je voorkomt dat het zover komt. En dat is precies waar het misgaat.

Onze geneeskunde is briljant in acute interventie. Maar op het gebied van chronische preventie? Daar falen we structureel.
We wachten tot iemand ziek is, en gooien er dan een protocol tegenaan. Te laat. Te reactief. Te kostbaar. En bovenal: onnodig.

Wat als we die curve vóór zijn? Wat als we gezondheid benaderen als iets dat je strategisch opbouwt, net als een beleggingsportefeuille? Wat als we onze gezondheid meten, analyseren, sturen – jaren vóórdat de eerste klachten zich aandienen?

Dat is het uitgangspunt van preventieve geneeskunde. Niet als modewoord. Maar als serieuze wetenschap. Als levensstrategie.
Het vraagt om data, om precisie, om gedragspsychologie en – misschien nog wel het moeilijkste – om geduld. Want voorkomen heeft geen ‘tafelmoment’. Er is geen “dramatisch herstel”. Alleen stilte. Stabiliteit. En dat is nu precies wat we evolutionair nooit geleerd hebben te waarderen.

De cijfers liegen niet:

  • Tegen 2040 zal 1 op de 3 volwassenen wereldwijd leven met meerdere chronische aandoeningen.

  • De gemiddelde Nederlander leeft de laatste 16 jaar van zijn leven in verminderde gezondheid – vaak met medicijnen, beperkingen of zorgafhankelijkheid.

  • En slechts 3 tot 5 procent van het zorgbudget wordt besteed aan preventie.

Dit is alsof je alleen brandblussers koopt nadat je huis al in de fik staat.

Preventieve gezondheid vraagt om een ander soort denken. Een mentaliteitsverschuiving. Het betekent dat we gezondheid gaan zien als een proactief project, niet als een bijzaak tot het misgaat. Dat we meten wat ertoe doet: slaapkwaliteit, insulinegevoeligheid, VO2 max, spiermassa, mentale veerkracht. En dat we die data gebruiken om te optimaliseren, niet om te reageren.

Voor mij – als arts, als ondernemer, als mens – is dit geen ideologie. Het is een plicht. En een enorme kans.
Niet om ziekten beter te bestrijden. Maar om ze te voorkomen, systematisch, duurzaam, persoonlijk en schaalbaar.

De vraag is: zijn wij als zorgsysteem, als leiders, als maatschappij – bereid om die verantwoordelijkheid te nemen?

 

Een systeem dat kraakt

  • De gemiddelde Nederlander leeft 16 jaar in verminderde gezondheid. We worden ouder, maar niet gezonder.

  • In 2040 zijn er naar schatting meer dan 7 miljoen chronisch zieken in Nederland (RIVM).

  • 1 op de 6 werkenden heeft mentale klachten zoals stress, depressie of burn-out (TNO, 2024).

  • Zorgkosten stijgen richting €174 miljard in 2040, waarvan een groot deel te voorkomen zou zijn door preventie.

De huidige zorg is ingericht op behandelen. Niet op voorkomen. Dat kost ons niet alleen miljarden, maar ook menselijk potentieel.

 

Preventieve gezondheid: wat bedoelen we eigenlijk?

Preventieve gezondheid is meer dan “een beetje gezonder eten”. Het is een totaalbenadering die lichaam, geest, gedrag én leefomgeving omvat. Denk aan:

  • Primaire preventie: ziekte vóór zijn ontstaan tegengaan (bv. vaccinaties, leefstijlprogramma’s, luchtkwaliteit).

  • Secundaire preventie: vroege opsporing van risico’s of beginnende klachten (bv. hartcheck, darmkanker-screening).

  • Tertiaire preventie: complicaties voorkomen bij bestaande ziekte (bv. leefstijlinterventies bij diabetes).

Preventie werkt dus op alle niveaus. Maar de investering gebeurt nog altijd omgekeerd: minder dan 5% van het zorgbudget gaat naar preventie, terwijl meer dan 95% naar behandeling gaat.

 

De technologie is er. Nu de mindset nog.

1. Wearables & continuous health monitoring

Slimme ringen, horloges, glucosemeters en slaaptrackers geven 24/7 inzicht. Preventie wordt meetbaar en gedragsverandering schaalbaar. Denk aan realtime signalen voor HRV, bloeddruk of stress.

2. AI & voorspellende algoritmen

Met AI kunnen we ziekte voorspellen vóórdat symptomen zich voordoen. Van gepersonaliseerde risicoprofielen tot automatisch gegenereerde leefstijladviezen: preventie wordt slimmer, sneller en gerichter.

3. Genetica & epigenetica

Voorspellende genetica wordt toegankelijker. Denk aan SNP-profielen die je aanleg voor hartziekten, depressie of insulineresistentie voorspellen. De toekomst is preventie op DNA-niveau.

4. Digital therapeutics

Apps en platforms met gedragsinterventies gebaseerd op CBT, mindfulness of ademhalingstechnieken worden erkend als volwaardige behandelvormen.

5. Psychedelische therapie (emerging)

Onder begeleiding en in combinatie met therapie kunnen psychedelica zoals psilocybine bijdragen aan structurele gedragsverandering, trauma-integratie en neuroplasticiteit. Dit opent nieuwe deuren in mentale preventie.

 

Van symptoombestrijding naar systeemoptimalisatie

Wat als we preventie niet langer zien als individuele verantwoordelijkheid, maar als systeemstrategie?

  • Werkgevers investeren in gezondheid van hun mensen omdat verzuim en verloop exponentieel duurder zijn.

  • Verzekeraars kunnen bijdragen door preventieve interventies te vergoeden in plaats van alleen curatieve zorg.

  • Zorginstellingen kunnen zichzelf heruitvinden als “health hubs”, met een proactieve rol in leefstijl, voeding en mentale veerkracht.

  • Overheid kan met fiscale prikkels (zoals lagere btw op groenten of belasting op ultrabewerkt voedsel) gezondheid structureel bevorderen.

 

Waarom weten niet genoeg is

We weten allemaal dat roken, te weinig slapen en stress niet gezond zijn. Maar gedragsverandering is geen rationeel proces.

De uitdaging zit in:

  • Inertie en gemakzucht (status quo bias)

  • Ongeduld (voordeel op lange termijn is minder aantrekkelijk dan genot op korte termijn)

  • Gebrek aan feedbackloops (gezond gedrag ‘voelt’ niet altijd direct beter)

  • Sociale context (omgeving heeft meer invloed dan wilskracht)

Daarom is technologie slechts een deel van de oplossing. We moeten ook werken aan omgevingen die gezondheid faciliteren: op het werk, in de supermarkt, in onze routines en relaties.

 

En nu? Wat kunnen wij doen als artsen, ondernemers en leiders?

  1. Zet gezondheid op de agenda van innovatie – Preventie moet net zo sexy worden als AI en robotics.

  2. Denk systeembreed – preventie is geen “extraatje” voor patiënten, maar een strategische prioriteit voor organisaties.

  3. Bouw bruggen tussen technologie, gedrag en zorgpraktijk – juist daar ligt de transformatie.

  4. Stimuleer preventie als standaard – bij intakegesprekken, consultaties, HR-beleid, beleidsvorming.

  5. Leef het voor – gezonde leiders creëren gezonde organisaties.

 

Gezondheid begint niet in het ziekenhuis

Het begint thuis. Op het werk. In je hoofd. In je keuzes.

Preventieve gezondheid is geen hype. Het is de basis van een houdbaar systeem, een gezond leven en een vitale samenleving.

Wie het nu omarmt, loopt straks voorop.

LEES MEER

ANDERE ARTIKELEN